De Schatkamer

derde zondag van de advent

12 december 2021



Sefanja 3, 14-18a

Jesaja 12, 2-3, 4bcd, 5-6

Filippenzen 4, 4-7

Jesaja 61, 1

Lucas 3, 10-18







‘De Geest des Heren is over mij gekomen, Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen’.  De eerste adventszondag zette de beweging van God naar de mens in het licht. De tweede het handelen van de mens om Gods komst mogelijk te maken. Vandaag zien we een combinatie van de twee. Gods barmhartigheid en heil openbaart zich in de Geest van de Heer. Als iemand die Geest ontvangt, wordt hij gezonden. De focus ligt daarbij op de vraag: ‘Wat moeten we doen?’ Vorige week hoorden we hoe Johannes de Doper de profetische taak op zich nam het volk tot handelen aan te zetten. Paulus had het in dat kader over ‘liefde, rijk aan inzicht en fijngevoeligheid’. Vandaag blijkt dat ‘de mensen’ niet dadelijk voor ogen hebben hoe ze deze liefde zullen concretiseren. Het antwoord van Jesaja in het vers voor het evangelie luidt: ‘Armen de Blijde Boodschap brengen’. Nog concreter wordt het bij de doper: delen met wie niets heeft. Voor een tollenaar betekent dit nog net iets anders dan voor een soldaat. En voor ons? Op welke wijze vertalen wij de opdracht om te delen wat we hebben? 

Merk op dat Johannes de mensen niet aanspreekt op hun morele verantwoordelijkheid. De nieuwe levenswijze die hij vraagt, heeft met God van doen. Er zal iemand komen die ons zal dopen met de heilige Geest en met vuur. Onze daden zullen gewogen worden om te zien of de heilige Geest die we ontvangen hebben genoeg heeft doorgewogen in de keuzes die we maakten. Dit is Blijde Boodschap, zegt het evangelie. Dit is een bron van grote vreugde voor het volk dat de zending van de heilige Geest gehoorzaamt. 

Deze blijdschap is heel prominent aanwezig in de overige lezingen. ‘Jubel, juich, verheug u en wees blij!’ verkondigt Sefanja luid. De bron hiervan is enerzijds Gods reddende bevrijding. Dit wordt versterkt in het antwoordlied uit het boek Jesaja. ‘Verheugt u en jubelt, want groot is de Heer in uw midden.’ Om Gods weergaloos werk dat redding heeft gebracht, mogen we blij zijn. Omdat Hij zijn volk geleid heeft naar de bronnen van heil. Omdat zijn grootsheid zich openbaart te midden van de mensen. Anderzijds vind je de bron van onze vreugde in de vreugde van God: ‘Uitermate verheugt Hij zich om u’ en ‘Hij jubelt om u van vreugde’. Het is feest in de hemel als mensen vervuld van Gods geest de Blijde Boodschap vlees en bloed geven. 

Paulus vat het samen: de Heer zelf is voor ons de diepste bron van vreugde. ‘Verheug u in de Heer’. In de korte tekst uit het laatste hoofdstuk van de Filippenzenbrief plaatst Paulus twee levenssituaties tegenover elkaar. Wat in onze lezing vertaald is als ‘Weest onbezorgd’ betekent in het Grieks letterlijk ‘Wees niet in verschillende delen uit elkaar gerukt’. De achterliggende betekenis  van het Hebreeuwse concept ‘vrede’ is daarentegen heelheid. Wie, geïnspireerd door Gods goede Geest, alleen gericht is op de vervulling van de zending die hij van God heeft ontvangen, vindt een vorm van heelheid die alle menselijke betrachtingen overstijgt. Het kwetsbare en wankelbare mensenhart wordt zo gemakkelijk verscheurd door tegengestelde machten en krachten. In Christus Jezus vind je iemand die dit hart behoedt, beschermt en bewaakt. Hij is nabij, zegt Paulus. De vreugde van deze verwachting doet ons nog sterker naar Hem uitkijken. 

kathedraal Antwerpen  -  Groenplaats 21  -  2000 Antwerpen

www. dekathedraal.be           info@dekathedraal.be