Doop van de Heer
9 januari 2022
Jesaja 40, 1-5, 9-11
Psalm 104, 1b-2, 3-4, 24-25, 27-28, 29-30
Titus 2, 11-14, 3,4-7
Lucas 3, 16
Lucas 3, 15-16, 21-22
De eerste twee verzen van de evangelieperikoop hebben we al gehoord op de derde adventszondag. Toen waren we nog vol verwachting. ‘De vreugde van deze verwachting doet ons nog sterker naar Hem uitkijken’, besloot onze commentaar. Het feest van Jezus’ doop kan je enkel vieren vanuit deze verwachting. Slechts wie uitkijkt naar de Messias, ervaart de vreugde van zijn openbaring. Alleen als je verlangt naar een doopsel met heilige Geest en met vuur, vind je bemoediging in wat volgt. Wat Johannes de Doper aanbiedt, blijft binnen het menselijke kader: de onderdompeling in water als teken van menselijke bekering. De Messias zal dit kader overstijgen. De Heilige Geest en het zuiverende vuur raken de mensen op een Goddelijke wijze.
Het eerste beeld van de volwassen Jezus in het Lucasevangelie speelt in op deze verwachting. De hemel gaat open. De Heilige Geest daalt over Jezus neer. Lucas schenkt dus geen aandacht aan het moment van Jezus’ doop maar focust helemaal op het vervolg. In Hem zal onze diepste hoop vervulling vinden. De stem uit de hemel bevestigt de intense relatie tussen Jezus en God: Zoon, geliefde en bron van blijdschap is Jezus voor de hemelse Vader. Hier opent zich een verbond van ongeziene diepgang. Merk op dat het evangelie vervolgens nergens vertelt dat de hemel terug sloot. In Jezus is de hemel ook voor ons geopend.
Het grootse visioen van Jesaja had het al aangekondigd. ‘Verschijnen zal de glorie van de Heer.’ Als hij Gods komst verkondigt verschaft de profeet ons de taal om het onvoorstelbare toch te verbeelden. Gods kracht is als die van een heerser die zijn arbeiders uitbetaalt en zijn helpers beloont. Gods vaderlijke liefde is als die van een herder die zijn schapen weidt, samenbrengt, koestert en met zachte handt leidt. Van zulke Godsopenbaring zijn we getuige als we Jezus ontmoeten. Daarom zingt de hele Kerk met psalm 104: ‘Verheerlijk, mijn ziel, de Heer, wat zijt Gij groot, Heer, mijn God’. De majestueuze psalm bezingt de pracht van Gods schepping. Als de verzen God hebben geprezen om de wolken, de wind, de storm, de bliksem, de schepsels op aarde en in de zee, komt in het laatste vers van de antwoordpsalm ook Gods geest in zicht. ‘Zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven, dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.’ Op de laatste zondag van de kersttijd vieren we dat Gods geest neerdaalt over Jezus en dat Hij zo zijn schepping weer nieuw maakt. Die vernieuwing is geen moment in het verleden. Ze dient zich hier en nu aan in de gemeenschap die uitkijkt naar de Messias.
Paulus noemt dit aanbod ‘het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest’. Zo kijken we op het feest van Christus’ doop al vooruit naar de laatste zondag van de Paastijd: Pinksteren. ‘Hij heeft de Geest overvloedig over ons uitgestort door Christus onze Heiland’. De Heilige Geest is geen beeld van een intieme relatie tussen twee partners die zich afsluiten van de rest van de wereld. Hij is juist de garant van de grenzeloze verspreiding van deze liefde. ‘De genade van God, bron van heil voor alle mensen, is op aarde verschenen.’ ‘De goedheid en mensenliefde van God onze Heiland is op aarde verschenen, en Hij heeft ons gered.’ Een nieuwe schepping worden wij als wij delen in de Doop van de Heer.
kathedraal Antwerpen - Groenplaats 21 - 2000 Antwerpen
www. dekathedraal.be info@dekathedraal.be