Feest van de Heilige Drie-Eenheid
12 juni 2022
Spreuken 8, 22-31
Psalm 8, 4-5, 6-7, 8-9
Romeinen 5, 1-5
Vgl. Apokalyps 1, 8
Johannes 16, 12-15
Niet wie God is maar wat God doet, is de centrale boodschap van de Bijbelse lezingen op dit feest. De zondag van de Triniteit vraagt niet om abstracte theorieën over het mysterie van onze God die één is en drie tegelijk. Het is geen aanleiding tot dogmatische theologie. De viering van de Heilige Drie-Eenheid lijkt meer op een huwelijksjubileum dan op een universitair college. Zoals een familie de stamouders eert op hun vijftigste huwelijksverjaardag, zo zetten wij onze God in het licht de zondag na het afsluiten van de Paastijd. Dankbaar en vreugdevol gedenken en vieren we onze God om alles wat Hij voor ons gedaan heeft en wat Hij voor ons betekent. Achtereenvolgens richt het spotlicht zich op de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Telkens dezelfde God die zich op een andere wijze manifesteert in het leven van zijn geliefde kinderen.
In de tekst uit het boek Spreuken komt de Wijsheid van God aan het woord. Het hellenistische denken in de laatste eeuwen voor onze tijdrekening hecht veel belang aan de menselijke zoektocht naar de wijsheid als de weg naar waarachtig en gelukkig leven. Voor de kunst van het leven is wijsheid de vaardigheid die als eerste vereist is. Vanuit het gezichtspunt van Gods wijsheid zien we de Heer aan het werk in zijn scheppingskracht. We lijken wel aanbeland op de eerste bladzijde van de Bijbel: ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde’. De tekst is een lange parade van creaties: oceanen, bronnen, bergen, heuvels, de aarde met haar vlakten, de kostbare grondstoffen, de hemel en een kring rond de wereldzee, de wolken, de bronnen in de diepte, de grenzen van de zee, de fundamenten voor de aarde. God de Vader wordt hier terecht gepresenteerd als een kunstenaar die ons bevattingsvermogen compleet te boven gaat. Het perspectief van de wijsheid geeft dit beeld van de Schepper-kunstenaar een extra dimensie. De schepping komt er immers niet in het ijle. Alles ontstaat in de aanwezigheid van de wijsheid. De schepping staat van bij haar oorsprong in het teken van menselijk geluk. ‘Ik speelde over het oppervlak van zijn aarde’, zegt de Wijsheid, ‘en het was me een genot bij de mensen te zijn’. De zin van de schepping is te vinden in de weg die mensen afleggen naar geluk. Als we in de antwoordpsalm Gods lof bezingen omdat Hij zo groots is, belanden we dan ook onmiddellijk bij de vraag hoe het toch komt dat God de kwetsbare mens zulke centrale positie heeft gegeven in zijn schepping. ‘Wat is de mens dan, dat Gij naar hem omziet, ’t mensenkind, dat Gij zo voor hem zorgt?’ ‘Heel uw schepping [hebt Gij] aan hem onderworpen, alles aan zijn voeten neergelegd.’
In zijn brief aan de Romeinen verwoordt Paulus de rol van Jezus. ‘Gerechtvaardigd door het geloof leven wij in vrede met God door Jezus Christus onze Heer.’ Hij is degene die het voor ons mogelijk maakt om in vrede met God te leven. Van nature is God onbereikbaar, Hij overstijgt ons totaal. Door de zonde hebben wij ons van Hem afgewend. De afstand tussen God en mens leek onoverbrugbaar. Tot Gods Zoon zich aandiende om zelf deze brug te worden. ‘Hij is het die ons door het geloof de toegang heeft ontsloten’. Dank zij Jezus leven wij in de hoop op de heerlijkheid Gods. Die Goddelijke toestand is voor ons echter nog geen ervaarbare realiteit. De situatie van de christenen van Rome is blijkbaar niet rooskleurig. Ze zijn blootgesteld aan beproevingen en aan verdrukking. Volhardend in het geloof leiden ze echter een deugdzaam leven dat haar kracht vindt in de hoop op God. De tastbare component van deze belofte is de liefde van God die we hebben ontvangen dank zij de Heilige Geest, de derde persoon van de Heilige Drievuldigheid.
Deze Geest kondigt Jezus zelf in het Johannesevangelie aan als ‘Geest der waarheid’ wiens taak het is ons tot de volle waarheid te brengen. Waarheid is een term in crisis. In tijden van fake news en principiële relativering van elke stelling vragen sommigen zich hardop af of waarheid dood is. De Geest waarover Jezus praat, wil echter geen sluitende antwoorden geven op triviale of theoretische vragen. Kijken we naar de etymologische achtergrond van het concept in het Grieks en het Hebreeuws. Het Griekse woord betekent letterlijk ‘on-verborgen’. De waarheid is wat tot nog toe verborgen is gebleven maar nu onthuld wordt. Het Hebreeuwse woord is verbonden aan het concept ‘geloven’. De waarheid is hetgene waar je je ten volle aan toevertrouwt met heel je wezen. De beloofde Geest van God brengt geen conceptuele kennis maar openbaart de grond van het bestaan. Hij brengt het mensenhart tot haar uiteindelijke bestemming. Hij verkondigt wat Hij van Jezus ontvangen heeft, zegt de evangelielezing. In de tweede lezing hoorden we dat dit uiteindelijk gaat over de toegang tot de Goddelijke genade. De Heilige Geest is de kracht die ons ertoe brengt ons helemaal aan deze weg toe te vertrouwen. Deze kracht heet ‘liefde’, lezen we in de Romeinenbrief. ‘Gods liefde is in ons hart uitgestort door de Heilige Geest die ons werd geschonken’.
In het vers voor het evangelie klinkt de formule waarmee we het psalmgebed afsluiten in de christelijke traditie: ‘Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest’. Onze ene God zetten we in de bloemetjes. Dankbaar om wat Hij voor ons betekent. In de Heilige Geest ontvangen we door de Zoon immers de sleutel tot de Vader. Omdat onze God geen statische entiteit maar een relationele dynamiek is, brengt Hij ons in beweging. Hij is de zin van ons bestaan.
kathedraal Antwerpen - Groenplaats 21 - 2000 Antwerpen
www. dekathedraal.be info@dekathedraal.be