De Schatkamer

30e zondag door het jaar

23 oktober 2022


Sirach 35, 12-14, 16,18

Psalm 34, 2-3, 17-18, 19 en 23

2 Timotheüs 4, 6-8, 16-18

2 Korintiërs 5, 19

Lucas 18, 9-14









Jezus ontmoet mensen die ‘overtuigd van eigen gerechtigheid de anderen minachten’. Zij brengen Hem tot een herhaling van de woorden die we de 22ste zondag ook al hoorden: ‘Al wie zich verheft, zal vernederd, maar wie zich vernedert, zal verheven worden.’ Misschien waren deze mensen er niet bij toen Hij het voor het eerst zei. Misschien was de boodschap nog niet helemaal doorgedrongen. Of misschien bleven ze ondanks Jezus’ vermaningen in dezelfde valkuilen als tevoren trappen. Zonder twijfel is het een van de meest hardnekkige problemen waarop Jezus botst: mensen die zichzelf in de bovenste schuif van God zien en vandaaruit neerkijken op wie in hun ogen verwijderd is van God. 

De 24ste zondag lazen we hetzelfde evangelievers: ‘God heeft in Christus de wereld met zich verzoend en Hij gaf ons de boodschap van de verzoening mee.’ Toen benadrukten we dat niemand van zichzelf moet denken: Ik ben verloren. God kijkt niet naar het verleden maar naar het nu. Houd je je armen naar Hem geheven? Is je blik op Hem gericht? Dan is redding mogelijk. 

Jezus’ gelijkenis van vandaag presenteert ons twee mensen die blijkbaar van deze boodschap weten. De ene stond in de tempel met opgeheven hoofd. Hij weet zich gered. De andere ‘wilde zelfs zijn ogen niet opheffen’. Hij acht zich te ver van God verwijderd. 

Subtiel geeft Jezus echter aan dat de uiterlijke handelingen precies tegengesteld zijn aan de innerlijke. De man die het hoofd opheft, is niet gericht op God. Hij kijkt naar de rest van de mensen: ‘rovers, onrechtvaardigen, echtbrekers of ook (…) die tollenaar’. Zijn ogen zijn op zichzelf gericht: ‘Ik vast tweemaal per week en geef tienden van al mijn inkomsten’. De man die zelfs zijn ogen niet opheft, vraagt om verzoening met God: ‘wees mij zondaar genadig’. 

Wie zich in deze houding plaatst, is gerechtvaardigd. De tekst zet twee beelden van gerechtigheid tegenover elkaar. Rechtvaardiging is een handeling van God die iemand die het eigenlijk niet verdient toch uitnodigt aan zijn feesttafel. Wie overtuigd is van eigen gerechtigheid denkt geen rechtvaardiging nodig te hebben. Zijn plaats aan Gods feesttafel beschouwt hij als verdiend. Precies daarom zal hij niet kunnen aanliggen. Hij verheft zichzelf. Hij zal vernederd worden.

De enige weg naar redding is zichzelf overleveren aan Gods genade. Voor hen is de verzoening al een feit: ‘God heeft in Christus de wereld met zich verzoend.’ 

Zelfs de mensen van wie je nooit zou verwachten dat het mogelijk was, delen in de feestvreugde. Je vindt ze in het boek Sirach. De arme die verdrukking kent en die altijd aan het kortste eind trekt omdat hij geen steekpenningen kan betalen. De wees die zucht omdat hij, aan zijn lot overgelaten, een ‘niemand’ is in de samenleving. De beklagenswaardige weduwe wiens enige wapen de klacht is. God ontvangt hen. Hun gebed ‘dringt door de wolken heen (…) tot de Allerhoogste zich erbarmt.’ 

Je vindt ze in de getuigenis van Paulus. ‘Bij mijn eerste verdediging heeft niemand mij bijgestaan, allen hebben mij in de steek gelaten.’ De weg van de martelaar is een strijd die om volharding vraagt. Het is ook een gevecht dat je uiteindelijk lijkt te verliezen. ‘Mijn bloed is weldra geplengd,’ zegt Paulus. Hij weet dat hij niet op kan tegen de macht van de vernietigende tegenstander. Hij zal zijn leven geven. Toch blijft zijn geloof bewaard in een God die kracht geeft en uiteindelijke redding. De volharding heeft hij al ontvangen: ‘De Heer heeft mij terzijde gestaan en mij kracht gegeven om mijn ambt als prediker van het evangelie ten einde toe te vervullen.’ De redding mag hij nog verwachten: ‘De Heer zal mij blijven beschermen tegen alle boze aanslagen en mij behouden overbrengen naar zijn hemels koninkrijk.’ 

De zondaar, de arme en de martelaar zingen in koor de woorden van psalm 34. ‘Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer’. ‘Naar vromen die roepen, luistert de Heer en redt hen uit iedere nood.’ ‘De Heer is nabij voor rouwmoedige harten, Hij helpt wie zijn schuld erkent.’ 

 

kathedraal Antwerpen  -  Groenplaats 21  -  2000 Antwerpen

www. dekathedraal.be           info@dekathedraal.be