De Schatkamer

Maria Tenhemelopneming



vooravond:

1 Kronieken 15, 3-4, 15-16; 16, 1-2

Psalm 132, 6-7, 9-10, 13-14

1 Korintiërs 15, 54-57

Lucas 11, 28

Lucas 11, 27-28



op de dag zelf:

Apocalyps 11, 19a, 12, 1-6a, 10ab

Psalm 45, 10-11, 12 en 16

1 Korintiërs 15, 20-26




Omdat het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming op een zondag valt, moeten de lezingen van de twintigste zondag wijken. Dat is spijtig omdat zo de reeks onderbroken wordt waarin we in vijf etappes het zesde hoofdstuk van Johannes lezen. Anderzijds is het niet meer dan normaal dat een hoogfeest voorrang heeft. Zeker als het gaat om het patroonsfeest van onze kathedraal, van de stad Antwerpen en van het bisdom Antwerpen. 

Maria’s Tenhemelopneming is pas in 1950 afgekondigd als dogma. Het geloof dat Maria met ziel en lichaam in de glorie van God is thuisgekomen is echter al veel ouder. Sporen hiervan vind je zowel in de geschriften van grote heiligen als in de volksdevotie. De Bijbel doet over dit onderdeel van onze geloofsinhoud geen uitspraak. Dat komt in de liturgie tot uiting in het vers voor het evangelie tijdens de mis van 15 augustus. ‘Maria is ten hemel opgenomen: het koor van de engelen juicht’, is geen Bijbels citaat. Dat is uitzonderlijk. Als we de kerninhoud van dit hoogfeest willen uitdrukken, komt niet de Schrift maar de Traditie aan het woord. 

Toch biedt ook op deze feestdag het lezingenrooster de kans tot gelovige verdieping en verrijking. Zoals bij andere grote feesten heb je een vooravonddienst en een viering op de dag zelf. Beide hebben hun eigen woorddienst. We bespreken de schat aan lezingen als een geheel.

Beide eerste lezingen reiken ons een beeld aan dat de inhoud van het hoogfeest presenteert. Op 14 augustus gaat de tekst over de ark van het verbond en de tent waarin de ark geplaatst wordt. De ark is een beeld van Maria, de tent is een beeld van de hemel. De tekst benadrukt het feestelijke karakter van het moment dat de ark haar plaats krijgt in de tent. Zo’n feest is het ook als Maria thuiskomt bij de drie-ene God. Begeleid door harpen, citers en bekkens hoor je de engelen de antwoordpsalm zingen: ‘Kom naar uw rustplaats, Gij, Heer en de ark van uw majesteit.’ Op 15 augustus herneemt de eerste lezing uit het boek Apokalyps dit beeld: ‘De tempel van God in de hemel ging open en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel’. Vervolgens reikt de tekst een nieuw beeld aan: een zwangere vrouw. Uiteraard is het gemakkelijker om dit beeld te verbinden met Maria. Bovendien zijn we gewoon Maria afgebeeld te zien zoals de vrouw in dit visioen: bekleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. We mogen echter niet uit het oog verliezen dat het hier om een beeld gaan, een Teken. De boodschap van deze tekst is niet dat Jezus opnieuw uit de schoot van Maria moet geboren worden aan het einde van de tijden. Veeleer verdiept dit visioen het beeld van de ark. Zoals de ark het verbond draagt en zoals een zwangere vrouw haar kind draagt, zo is Maria de drager van wat uiteindelijk tot de heerschappij van God zal leiden. Daarom mag ze koningin genoemd worden en aan de zijde van de koning staan. Psalm 45 bezingt de schoonheid van deze vorstin. 

De tweede lezing komt telkens uit het vijftiende hoofdstuk van de eerste Korintiërsbrief. Daar vind je Paulus’ magistrale verkondiging van de overwinning op de dood. Nergens verwijst deze tekst naar Maria. Christus daarentegen wordt zes maal genoemd. Hier blijkt nog maar eens dat elk heiligenfeest ten diepste een viering van Christus is. Maria’s geschiedenis begint bij de aankondiging van de engel omdat haar verhaal ten dienste staat van dat van God in Christus. Van Paulus leren we dat die geschiedenis vervolgens niet eindigt bij de dood. In Christus wordt het vergankelijke met onvergankelijkheid bekleed, zegt hij, het sterfelijke met onsterfelijkheid. De kracht van de dood is gebroken. In die overwinning deelt Maria. Ook haar geschiedenis gaat verder. Paulus zegt het zo: ‘Allen zullen in Christus herleven. Maar ieder in zijn eigen rangorde; als eerste en voornaamste Christus, vervolgens, bij zijn komst, zij die Christus toebehoren.’ Zij die Christus binnengedragen heeft in het aardse leven, wordt door Hem binnengedragen in het hemelse. Dat is de inhoud van het feest van de Tenhemelopneming. 

Daaraan voegen de twee evangelies echter nog een cruciaal element toe. Op 14 augustus valt op hoe kort de evangelietekst is. Het voordeel is dat de boodschap glashelder is. Jezus corrigeert de zaligspreking die uit de menigte geroepen wordt. Wie Jezus ziet, moet daaruit niet iets afleiden over zijn moeder maar over alle mensen die zich tot Hem richten. Zij hebben de weg naar het hemelse geluk gevonden. Overigens is Maria de eerste die voldoet aan de criteria voor de uitgebreide groep. Wie meer dan Maria heeft naar het woord van God geluisterd en het onderhouden? Het feest van Maria’s Tenhemelopneming is met andere woorden het feest van alle mensen die in haar voetspoor door Christus de hemel binnengedragen zullen worden. Het evangelie van 15 augustus bevestigt de rol van Maria als Middelares. Zij is de gezegende onder de vrouwen maar het resultaat is de redding van het hele Godsvolk. 

kathedraal Antwerpen  -  Groenplaats 21  -  2000 Antwerpen

www. dekathedraal.be           info@dekathedraal.be